Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. flikker:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for flikkers from Dutch to English

flikkers form of flikker:

flikker [de ~ (m)] noun

  1. de flikker (mietje; poot; nicht; homo)
    the faggot; the sissy; the queer; the gay; the fagot

Translation Matrix for flikker:

NounRelated TranslationsOther Translations
faggot flikker; homo; mietje; nicht; poot takkenbos
fagot flikker; homo; mietje; nicht; poot takkenbos
gay flikker; homo; mietje; nicht; poot
queer flikker; homo; mietje; nicht; poot eigenaardige; rare; zonderling
sissy flikker; homo; mietje; nicht; poot
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
gay blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; frivool; geestig; goed geluimd; homo; homofiel; homoseksueel; hups; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lichtzinnig; losbandig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; tierig; uitgelaten; vreugdevol; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; wuft; zonnig
queer curieus; eigenaardig; homo; homofiel; homoseksueel; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
sissy homo; homofiel; homoseksueel

Related Words for "flikker":

  • flikkeren, flikkers, flikkertje, flikkertjes

Related Definitions for "flikker":

  1. mannelijke homoseksueel1
    • dat is een kroeg waar veel flikkers komen1

Wiktionary Translations for flikker:

flikker
noun
  1. state of total nudity
  2. homosexual

Cross Translation:
FromToVia
flikker faggot; gay Schwulerkann abwertend sein: Homosexueller; jemand, der schwul ist

External Machine Translations: