Dutch
Detailed Translations for geborneerdheid from Dutch to English
geborneerdheid:
-
de geborneerdheid (kleingeestigheid; bekrompenheid; kleinzieligheid)
Translation Matrix for geborneerdheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bigotedness | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | |
narrow-mindedness | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | engdenkendheid; engheid; hokjesgeest |
pettiness | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | benepenheid; burgerlijkheid; kleinhartigheid; lafheid |
small-mindedness | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
narrow-mindedness | bourgeois; burgerlijk; burgermannetjesachtig; kneuterig |
Related Words for "geborneerdheid":
geborneerd:
-
geborneerd (beperkt; gelimiteerd)
Translation Matrix for geborneerd:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
limited | beperkt; geborneerd; gelimiteerd | aan een kant beschrijfbaar; begrensd; beperkt; eenzijdig |