Summary
Dutch to English: more detail...
- gepakt:
- pakken:
- Wiktionary:
-
User Contributed Translations for gepakt:
- busted
Dutch
Detailed Translations for gepakt from Dutch to English
gepakt:
-
gepakt (beet)
-
gepakt
Translation Matrix for gepakt:
Verb | Related Translations | Other Translations |
caught | graaien; grijpen; grissen; jatten; pikken; snaaien; wegkapen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
packed | gepakt | afgeladen; knalvol; opgepropt; overvol; propvol; stampvol; tjokvol; vol |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
caught | beet; gepakt | |
ready to go | gepakt |
gepakt form of pakken:
Conjugations for pakken:
o.t.t.
- pak
- pakt
- pakt
- pakken
- pakken
- pakken
o.v.t.
- pakte
- pakte
- pakte
- pakten
- pakten
- pakten
v.t.t.
- heb gepakt
- hebt gepakt
- heeft gepakt
- hebben gepakt
- hebben gepakt
- hebben gepakt
v.v.t.
- had gepakt
- had gepakt
- had gepakt
- hadden gepakt
- hadden gepakt
- hadden gepakt
o.t.t.t.
- zal pakken
- zult pakken
- zal pakken
- zullen pakken
- zullen pakken
- zullen pakken
o.v.t.t.
- zou pakken
- zou pakken
- zou pakken
- zouden pakken
- zouden pakken
- zouden pakken
en verder
- ben gepakt
- bent gepakt
- is gepakt
- zijn gepakt
- zijn gepakt
- zijn gepakt
diversen
- pak!
- pakt!
- gepakt
- pakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for pakken:
Related Words for "pakken":
Synonyms for "pakken":
Antonyms for "pakken":
Related Definitions for "pakken":
Wiktionary Translations for pakken:
pakken
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pakken | → get; receive; be given | ↔ bekommen — (transitiv) etwas empfangen, etwas erhalten, etwas erlangen, etwas (oder einen Zustand) erreichen |
• pakken | → get; receive; be given | ↔ bekommen — (transitiv) wie viel ist zu zahlen, was wird gewünscht? |
• pakken | → get; receive; be given | ↔ bekommen — (transitiv) sich einer Person oder Sache bemächtigen |
• pakken | → grab | ↔ erwischen — jemanden oder etwas in die Hand, in die Gewalt, zu fassen bekommen, festhalten |
• pakken | → have; wreak; take; seize; do | ↔ nehmen — eine Sache greifen |
• pakken | → capture; catch; grapple; captivate; grab; seize; trap; apprehend | ↔ attraper — Prendre à une trappe, à un piège ou à quelque chose de semblable. |
• pakken | → capture; catch; grapple; captivate; grab; seize; trap; apprehend | ↔ capturer — s’emparer d’un être vivant ou d’une chose. |
• pakken | → seize; grab; grasp; grapple; take hold; nab; snatch | ↔ saisir — Prendre vivement. |