Dutch
Detailed Translations for geruisloos from Dutch to English
geruisloos:
-
geruisloos (geluidloos; ongezien; stil; ongemerkt; zachtjes; stilletjes)
surreptitiously; unperceived; silently; unseen; unobserved-
surreptitiously adv
-
unperceived adj
-
silently adv
-
unseen adj
-
unobserved adj
-
Translation Matrix for geruisloos:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
unobserved | geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes | onopgemerkt |
unperceived | geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes | onopgemerkt |
unseen | geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes | onopgemerkt; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
quietly | geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes | bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustig aan; rustigjes; sereen; stil; stilletjes aan; vredig; vreedzaam |
silently | geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes | |
softly | geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes | |
surreptitiously | geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes |
Related Words for "geruisloos":
Wiktionary Translations for geruisloos:
geruisloos
adjective
-
with little sound
- quiet → stil; rustig; vredig; geruisloos; geluidloos