Summary
Dutch
Detailed Translations for gevlekt from Dutch to English
gevlekt:
Translation Matrix for gevlekt:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
fouled | besmeurd; bevuild; gevlekt; groezelig | |
polluted | besmeurd; bevuild; gevlekt; groezelig | verontreinigd; vervuild |
soiled | besmeurd; bevuild; gevlekt; groezelig | bevlekt; vlekkig |
stained | besmeurd; bevuild; gevlekt; groezelig | bevlekt; vlekkerig; vlekkig |
gevlekt form of vlekken:
Conjugations for vlekken:
o.t.t.
- vlek
- vlekt
- vlekt
- vlekken
- vlekken
- vlekken
o.v.t.
- vlekte
- vlekte
- vlekte
- vlekten
- vlekten
- vlekten
v.t.t.
- heb gevlekt
- hebt gevlekt
- heeft gevlekt
- hebben gevlekt
- hebben gevlekt
- hebben gevlekt
v.v.t.
- had gevlekt
- had gevlekt
- had gevlekt
- hadden gevlekt
- hadden gevlekt
- hadden gevlekt
o.t.t.t.
- zal vlekken
- zult vlekken
- zal vlekken
- zullen vlekken
- zullen vlekken
- zullen vlekken
o.v.t.t.
- zou vlekken
- zou vlekken
- zou vlekken
- zouden vlekken
- zouden vlekken
- zouden vlekken
diversen
- vlek!
- vlekt!
- gevlekt
- vlekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze