Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gezinsbijstand:


Dutch

Detailed Translations for gezinsbijstand from Dutch to English

gezinsbijstand:

gezinsbijstand [znw.] noun

  1. gezinsbijstand (gezinshulp; gezinszorg)
    the home help

Translation Matrix for gezinsbijstand:

NounRelated TranslationsOther Translations
home help gezinsbijstand; gezinshulp; gezinszorg gezinshulp; gezinsverzorger; gezinsverzorging; gezinsverzorgster; gezinszorg; hulp; hulp in de huishouding; hulp in het huishouden; schoonmaakster; werkster