Summary


Dutch

Detailed Translations for gierigheid from Dutch to English

gierigheid:

gierigheid [de ~ (v)] noun

  1. de gierigheid (krenterigheid; vrekkigheid)
    the stinginess; the meanness; the miserliness

Translation Matrix for gierigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
meanness gierigheid; krenterigheid; vrekkigheid gemeenheid; laaghartigheid; slechtheid; snoodheid; viesheid; walgelijkheid
miserliness gierigheid; krenterigheid; vrekkigheid schraapzucht; schraperigheid
stinginess gierigheid; krenterigheid; vrekkigheid schraapzucht; schraperigheid; schrielheid

Related Words for "gierigheid":


gierig:


Translation Matrix for gierig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
avaricious gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig
stingy gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig bedriegelijk; gefingeerd; laag; nagemaakt; onecht; onwaar; vals; verachtelijk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
miserly gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig
niggardly gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig laag; verachtelijk

Related Words for "gierig":

  • gierigheid, gieriger, gierigere, gierigst, gierigste, gierige

Antonyms for "gierig":


Related Definitions for "gierig":

  1. wie nooit iets weggeeft1
    • Jan heeft niets gegeven, hij is echt gierig1

Wiktionary Translations for gierig:

gierig
adjective
  1. geen geld of bezit aan een ander willende geven
gierig
adjective
  1. withholding
  2. Exhibiting parsimony

Cross Translation:
FromToVia
gierig miserly; avaricious; greedy; stingy; meagre; meager; mean; parsimonious avare — Qui a un désir excessif d’accumuler.
gierig avaricious; miserly; stingy; mean avaricieux — Qui est d’une avarice mesquine.