Noun | Related Translations | Other Translations |
gilt
|
glitter; klatergoud
|
vergulding; verguldsel
|
glittering
|
fonkelen; fonkeling; glitter; schittering; sprankelen
|
blinken; flakkering; flikkering; geflikker; geglinster; schijn; schittering
|
luster
|
fonkelen; fonkeling; glitter; schittering; sprankelen
|
|
lustre
|
fonkelen; fonkeling; glitter; schittering; sprankelen
|
|
sham
|
glitter; klatergoud
|
draaier; excuus; façade; schijnvertoning; smoes; uiterlijke schijn; uitvlucht; veinzer; voorwending; voorwendsel
|
sparkle
|
fonkelen; fonkeling; glitter; schittering; sprankelen
|
flakker; flakkering; flikkering; flonkering; fonkeling; geflikker; gefonkel; glinstering; restjes; schijn; schittering; sprankjes; vonk
|
sparkling
|
fonkelen; fonkeling; glitter; schittering; sprankelen
|
flonkering; gesprankel; glans; luister; schitteren
|
splendor
|
fonkelen; fonkeling; glitter; schittering; sprankelen
|
glans; glorie; luister; praal; pracht; pronk
|
splendour
|
fonkelen; fonkeling; glitter; schittering; sprankelen
|
glans; glorie; luister; praal; pracht; pronk
|
tinsel
|
glitter; klatergoud
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
sham
|
|
beweren; huichelen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven
|
sparkle
|
|
flikkeren; flonkeren; fonkelen; glanzen; glimmen; glinsteren; kralen; mousseren; opbruisen; parelen; schijnen; schitteren; sprankelen; stralen; tintelen; twinkelen; vonken; vonken schieten
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
gilt
|
|
verguld
|
sham
|
|
bedriegelijk; gefingeerd; gelogen; nagemaakt; onecht; onwaar; vals
|
sparkling
|
|
fonkelend; glinsterend; schitterend
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
glittering
|
|
fonkelend; glinsterend; glorierijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; prachtig; schitterend
|