Dutch
Detailed Translations for goed afsteken from Dutch to English
goed afsteken:
-
goed afsteken (gunstig afsteken)
Conjugations for goed afsteken:
o.t.t.
- steek goed af
- steekt goed af
- steekt goed af
- steken goed af
- steken goed af
- steken goed af
o.v.t.
- stak goed af
- stak goed af
- stak goed af
- staken goed af
- staken goed af
- staken goed af
v.t.t.
- heb goed afgestoken
- hebt goed afgestoken
- heeft goed afgestoken
- hebben goed afgestoken
- hebben goed afgestoken
- hebben goed afgestoken
v.v.t.
- had goed afgestoken
- had goed afgestoken
- had goed afgestoken
- hadden goed afgestoken
- hadden goed afgestoken
- hadden goed afgestoken
o.t.t.t.
- zal goed afsteken
- zult goed afsteken
- zal goed afsteken
- zullen goed afsteken
- zullen goed afsteken
- zullen goed afsteken
o.v.t.t.
- zou goed afsteken
- zou goed afsteken
- zou goed afsteken
- zouden goed afsteken
- zouden goed afsteken
- zouden goed afsteken
diversen
- steek goed af!
- steekt goed af!
- goed afgestoken
- goed afstekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for goed afsteken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
compare favourably | goed afsteken; gunstig afsteken |