Dutch
Detailed Translations for halfmaandelijks from Dutch to English
halfmaandelijks:
-
halfmaandelijks (veertiendaags; om de twee weken; twee keer per maand)
fortnightly; bimonthly; every two weeks; half-monthly; bimestrial; twice a month-
fortnightly adj
-
bimonthly adj
-
every two weeks adj
-
half-monthly adj
-
bimestrial adj
-
twice a month adj
-
Translation Matrix for halfmaandelijks:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
bimestrial | halfmaandelijks; om de twee weken; twee keer per maand; veertiendaags | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
bimonthly | halfmaandelijks; om de twee weken; twee keer per maand; veertiendaags | tweemaandelijks |
every two weeks | halfmaandelijks; om de twee weken; twee keer per maand; veertiendaags | |
fortnightly | halfmaandelijks; om de twee weken; twee keer per maand; veertiendaags | |
half-monthly | halfmaandelijks; om de twee weken; twee keer per maand; veertiendaags | |
twice a month | halfmaandelijks; om de twee weken; twee keer per maand; veertiendaags |
Related Words for "halfmaandelijks":
External Machine Translations: