Summary
Dutch
Detailed Translations for halsketting from Dutch to English
halsketting:
Translation Matrix for halsketting:
Noun | Related Translations | Other Translations |
chain | halsketting; halssnoer; ketting; kettinkje | aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; cyclus; grootwinkelbedrijf; kabel; kabeltouw; keten; ketting; kluister; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; scheepskabel; scheepstouw; serie; snoer; winkelketen |
chainlet | halsketting; halssnoer; ketting; kettinkje | aaneenschakeling; keten; ketting; snoer |
necklace | halsketting; halssnoer; ketting; kettinkje | collier; halssieraad; keten; ketting |
Verb | Related Translations | Other Translations |
chain | binden; boeien; ketenen; kluisteren; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen |
Related Words for "halsketting":
Wiktionary Translations for halsketting:
halsketting
Cross Translation:
noun
-
jewelry
-
chain worn around the neck
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• halsketting | → necklace; necklet | ↔ Halskette — Schmuckstück, das um den Hals getragen wird und in der Regel ein kunsthandwerkliches Produkt ist |