Verb | Related Translations | Other Translations |
utter
|
|
uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; verwoorden
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
utter
|
faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
|
baarlijk; compleet; helemaal; totaal; volledig
|
Adverb | Related Translations | Other Translations |
absolutely
|
faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
|
absoluut; beslist; enenmale; geheid; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
|
awfully
|
faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
|
|
completely
|
faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
|
compleet; helemaal; totaal; volledig
|
fully
|
faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
|
compleet; helemaal; totaal; volledig
|
terribly
|
faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
|
ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk
|
totally
|
faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
|
|
utterly
|
faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
|
compleet; enenmale; helemaal; totaal; volledig
|
Other | Related Translations | Other Translations |
absolutely
|
|
ja hoor; natuurlijk!
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
outright
|
faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
|
onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk
|