Dutch
Detailed Translations for herscholen from Dutch to English
herscholen:
-
herscholen (opnieuw scholen)
Conjugations for herscholen:
o.t.t.
- herschool
- herschoolt
- herschoolt
- herscholen
- herscholen
- herscholen
o.v.t.
- herschoolde
- herschoolde
- herschoolde
- herschoolden
- herschoolden
- herschoolden
v.t.t.
- heb herschoold
- hebt herschoold
- heeft herschoold
- hebben herschoold
- hebben herschoold
- hebben herschoold
v.v.t.
- had herschoold
- had herschoold
- had herschoold
- hadden herschoold
- hadden herschoold
- hadden herschoold
o.t.t.t.
- zal herscholen
- zult herscholen
- zal herscholen
- zullen herscholen
- zullen herscholen
- zullen herscholen
o.v.t.t.
- zou herscholen
- zou herscholen
- zou herscholen
- zouden herscholen
- zouden herscholen
- zouden herscholen
en verder
- ben herschoold
- bent herschoold
- is herschoold
- zijn herschoold
- zijn herschoold
- zijn herschoold
diversen
- herschool!
- herschoolt!
- herschoold
- herscholend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for herscholen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
retrain | herscholen; opnieuw scholen | omscholen |