Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hoofdschuldige:


Dutch

Detailed Translations for hoofdschuldige from Dutch to English

hoofdschuldige:

hoofdschuldige [de ~] noun

  1. de hoofdschuldige
    the main culprit; the principal; the chief offender

Translation Matrix for hoofdschuldige:

NounRelated TranslationsOther Translations
chief offender hoofdschuldige hoofdverdachte
main culprit hoofdschuldige hoofdverdachte
principal hoofdschuldige baas; beveiligingsprincipal; directrice; hoofd; hoofdonderwijzer; lastgever; meerdere; meester; opdrachtgever; opdrachtgevers; patroon; principal; rector; schooldirecteur; schoolhoofd; superieur
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
principal cruciaal; hoofd; kardinaal; voornaamst; voornaamste

Related Words for "hoofdschuldige":

  • hoofdschuldigen