Dutch
Detailed Translations for huismeesters from Dutch to English
huismeesters:
-
de huismeesters (conciërges)
the attendants
Translation Matrix for huismeesters:
Noun | Related Translations | Other Translations |
attendants | conciërges; huismeesters | conciërges; oppassers; schoolbewaarders; suppoosten; toezichthouders; zaalwachters |
Related Words for "huismeesters":
huismeester:
-
de huismeester (huisbewaarder)
Translation Matrix for huismeester:
Noun | Related Translations | Other Translations |
caretaker | huisbewaarder; huismeester | conciërge; dierverzorger; portier; schoolbewaarder; verzorger; verzorgster |