Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. inbalsemen:


Dutch

Detailed Translations for inbalsemde from Dutch to English

inbalsemen:

inbalsemen verb (balsem in, balsemt in, balsemde in, balsemden in, ingebalsemd)

  1. inbalsemen (balsemen)
    to embalm; to preserve; to balm
    • embalm verb (embalms, embalmed, embalming)
    • preserve verb (preserves, preserved, preserving)
    • balm verb (balms, balmed, balming)

Conjugations for inbalsemen:

o.t.t.
  1. balsem in
  2. balsemt in
  3. balsemt in
  4. balsemen in
  5. balsemen in
  6. balsemen in
o.v.t.
  1. balsemde in
  2. balsemde in
  3. balsemde in
  4. balsemden in
  5. balsemden in
  6. balsemden in
v.t.t.
  1. heb ingebalsemd
  2. hebt ingebalsemd
  3. heeft ingebalsemd
  4. hebben ingebalsemd
  5. hebben ingebalsemd
  6. hebben ingebalsemd
v.v.t.
  1. had ingebalsemd
  2. had ingebalsemd
  3. had ingebalsemd
  4. hadden ingebalsemd
  5. hadden ingebalsemd
  6. hadden ingebalsemd
o.t.t.t.
  1. zal inbalsemen
  2. zult inbalsemen
  3. zal inbalsemen
  4. zullen inbalsemen
  5. zullen inbalsemen
  6. zullen inbalsemen
o.v.t.t.
  1. zou inbalsemen
  2. zou inbalsemen
  3. zou inbalsemen
  4. zouden inbalsemen
  5. zouden inbalsemen
  6. zouden inbalsemen
en verder
  1. ben ingebalsemd
  2. bent ingebalsemd
  3. is ingebalsemd
  4. zijn ingebalsemd
  5. zijn ingebalsemd
  6. zijn ingebalsemd
diversen
  1. balsem in!
  2. balsemt in!
  3. ingebalsemd
  4. inbalsemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inbalsemen:

NounRelated TranslationsOther Translations
preserve geconserveerd voedsel; inmaak; jam
VerbRelated TranslationsOther Translations
balm balsemen; inbalsemen
embalm balsemen; inbalsemen
preserve balsemen; inbalsemen behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaren; conserveren; handhaven; in blik conserveren; inblikken; inleggen; inmaken; instandhouden; stand houden; verduurzamen