Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. inbedden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inbed from Dutch to English

inbedden:

inbedden verb (bed in, bedt in, bedde in, bedden in, ingebed)

  1. inbedden
    to intercalate
    • intercalate verb (intercalates, intercalated, intercalating)

Conjugations for inbedden:

o.t.t.
  1. bed in
  2. bedt in
  3. bedt in
  4. bedden in
  5. bedden in
  6. bedden in
o.v.t.
  1. bedde in
  2. bedde in
  3. bedde in
  4. bedden in
  5. bedden in
  6. bedden in
v.t.t.
  1. heb ingebed
  2. hebt ingebed
  3. heeft ingebed
  4. hebben ingebed
  5. hebben ingebed
  6. hebben ingebed
v.v.t.
  1. had ingebed
  2. had ingebed
  3. had ingebed
  4. hadden ingebed
  5. hadden ingebed
  6. hadden ingebed
o.t.t.t.
  1. zal inbedden
  2. zult inbedden
  3. zal inbedden
  4. zullen inbedden
  5. zullen inbedden
  6. zullen inbedden
o.v.t.t.
  1. zou inbedden
  2. zou inbedden
  3. zou inbedden
  4. zouden inbedden
  5. zouden inbedden
  6. zouden inbedden
en verder
  1. ben ingebed
  2. bent ingebed
  3. is ingebed
  4. zijn ingebed
  5. zijn ingebed
  6. zijn ingebed
diversen
  1. bed in!
  2. bedt in!
  3. ingebed
  4. inbeddend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inbedden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
intercalate inbedden inlassen

Wiktionary Translations for inbedden:

inbedden
verb
  1. lay as in a bed; lay in surrounding matter