Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/English
->Translate incident
Translate
incident
from Dutch to English
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to English:
more detail...
incident:
incident
;
event
;
happening
;
history
;
occurrence
;
affair
;
matter
;
occasion
;
business
Wiktionary:
incident →
scandal
incident →
incident
User Contributed Translations for
incident
:
incidence
Dutch
Detailed Translations for
incident
from Dutch to English
incident:
incident
[
het ~
]
noun
het incident
(
zaakje
)
the
incident
;
the
event
;
the
happening
;
the
history
incident
[
the ~
]
noun
event
[
the ~
]
noun
happening
[
the ~
]
noun
history
[
the ~
]
noun
het incident
(
gebeurtenis
;
voorval
;
feit
)
the
occurrence
;
the
affair
;
the
matter
;
the
occasion
;
the
event
;
the
business
occurrence
[
the ~
]
noun
affair
[
the ~
]
noun
matter
[
the ~
]
noun
occasion
[
the ~
]
noun
event
[
the ~
]
noun
business
[
the ~
]
noun
het incident
the
incident
– A way of tracking any event that is not part of the standard operation of a service and that causes, or may cause, an interruption to, or a reduction in, the quality of that service.
1
incident
[
the ~
]
noun
Translation Matrix for
incident
:
Noun
Related Translations
Other Translations
affair
feit
;
gebeurtenis
;
incident
;
voorval
aangelegenheid
;
affaire
;
avontuurtje
;
geval
;
kwestie
;
liaison
;
liefdesrelatie
;
relatie
;
slippertje
;
verhouding
;
zaak
business
feit
;
gebeurtenis
;
incident
;
voorval
aangelegenheden
;
aangelegenheid
;
affaire
;
affaires
;
bedrijf
;
bedrijfsleven
;
commercie
;
coöperatie
;
firma
;
geval
;
handel
;
handelsbedrijf
;
handelshuis
;
handelswaar
;
klandizie
;
kleine onderneming
;
koophandel
;
koopwaar
;
kwestie
;
maatschap
;
maatschappij
;
nering
;
onderneming
;
vennootschap
;
waar
;
winkelbedrijf
;
zaak
;
zaken
event
feit
;
gebeurtenis
;
incident
;
voorval
;
zaakje
evenement
;
gebeurtenis
;
programmagebeurtenis
happening
incident
;
zaakje
happening
;
performance
;
plaatsvinden
;
show
;
voorstelling
history
incident
;
zaakje
geschiedenis
;
geschiedkunde
;
historie
;
voorgeschiedenis
incident
incident
;
zaakje
matter
feit
;
gebeurtenis
;
incident
;
voorval
aangelegenheid
;
affaire
;
artikel
;
bik
;
ding
;
geval
;
goed
;
gruis
;
item
;
kwestie
;
macadam
;
materie
;
metselspecie
;
mortel
;
object
;
probleem
;
puin
;
split
;
steengruis
;
steenslag
;
stof
;
substantie
;
voorwerp
;
vraagstuk
;
zaak
occasion
feit
;
gebeurtenis
;
incident
;
voorval
evenement
;
gebeurtenis
occurrence
feit
;
gebeurtenis
;
incident
;
voorval
evenement
;
gebeurtenis
Verb
Related Translations
Other Translations
history
geschiedenis
matter
afzetten
;
uitdoen
;
uitmaken
;
uitschakelen
;
uitzetten
Related Words for "incident":
incidenten
Wiktionary Translations for
incident
:
incident
noun
incident that brings disgrace
scandal
→
schandaal
;
incident
Cross Translation:
From
To
Via
•
incident
→
incident
↔
incident
—
événement
inattendu
pouvant avoir des conséquences mineures à importantes.
1
Microsoft® Language Portal
Remove Ads
Remove Ads