Dutch
Detailed Translations for indruk maken from Dutch to English
indruk maken:
-
indruk maken (ontzag inboezemen; imponeren; eerbied wekken)
Conjugations for indruk maken:
o.t.t.
- maak indruk
- maakt indruk
- maakt indruk
- maken indruk
- maken indruk
- maken indruk
o.v.t.
- maakte indruk
- maakte indruk
- maakte indruk
- maakten indruk
- maakten indruk
- maakten indruk
v.t.t.
- heb indruk gemaakt
- hebt indruk gemaakt
- heeft indruk gemaakt
- hebben indruk gemaakt
- hebben indruk gemaakt
- hebben indruk gemaakt
v.v.t.
- had indruk gemaakt
- had indruk gemaakt
- had indruk gemaakt
- hadden indruk gemaakt
- hadden indruk gemaakt
- hadden indruk gemaakt
o.t.t.t.
- zal indruk maken
- zult indruk maken
- zal indruk maken
- zullen indruk maken
- zullen indruk maken
- zullen indruk maken
o.v.t.t.
- zou indruk maken
- zou indruk maken
- zou indruk maken
- zouden indruk maken
- zouden indruk maken
- zouden indruk maken
en verder
- is indruk gemaakt
diversen
- maak indruk!
- maakt indruk!
- indruk gemaakt
- indruk makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for indruk maken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
command respect | eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen | eerbied inboezemen |
inspire with awe | eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen | eerbied inboezemen |
External Machine Translations: