Summary
Dutch
Detailed Translations for influisteren from Dutch to English
influisteren:
-
influisteren (ingeven; souffleren)
Conjugations for influisteren:
o.t.t.
- fluister in
- fluistert in
- fluistert in
- fluisteren in
- fluisteren in
- fluisteren in
o.v.t.
- fluisterde in
- fluisterde in
- fluisterde in
- fluisterden in
- fluisterden in
- fluisterden in
v.t.t.
- heb ingefluisterd
- hebt ingefluisterd
- heeft ingefluisterd
- hebben ingefluisterd
- hebben ingefluisterd
- hebben ingefluisterd
v.v.t.
- had ingefluisterd
- had ingefluisterd
- had ingefluisterd
- hadden ingefluisterd
- hadden ingefluisterd
- hadden ingefluisterd
o.t.t.t.
- zal influisteren
- zult influisteren
- zal influisteren
- zullen influisteren
- zullen influisteren
- zullen influisteren
o.v.t.t.
- zou influisteren
- zou influisteren
- zou influisteren
- zouden influisteren
- zouden influisteren
- zouden influisteren
en verder
- is ingefluisterd
diversen
- fluister in!
- fluistert in!
- ingefluisterd
- influisterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for influisteren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
prompt | ezelsbrug; geheugensteun; geheugensteuntje; prompt | |
whisper | fluistering; gefluister | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
prompt | influisteren; ingeven; souffleren | aandrijven; aansporen; inboezemen; ingeven; inspireren; naar voren brengen; opkrikken; opperen; opwekken; prikkelen; stimuleren; suggereren; toefluisteren; voorzeggen |
whisper | influisteren; ingeven; souffleren | fluisteren; lispelen; sissen; smiespelen; smoezen; voorzeggen |
whisper in someone's ear | influisteren; ingeven; souffleren | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
prompt | bijtijds; direct; gauw; gezwind; op tijd; stipt; tijdig |
Wiktionary Translations for influisteren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• influisteren | → breathe; inhale; inspire; suggest; advance; hint; propound; persuade; convince; dissuade; induce; infuse; prompt | ↔ inspirer — faire pénétrer artificiellement de l’air dans les poumons. |
• influisteren | → suggest | ↔ suggérer — insinuer, faire entrer dans l’esprit de quelqu’un ; inspirer à une personne une opinion, un dessein. |