Dutch
Detailed Translations for inroesten from Dutch to English
inroesten:
-
inroesten (door roest ingevreten worden; roesten; verroesten)
Conjugations for inroesten:
o.t.t.
- roest in
- roest in
- roest in
- roesten in
- roesten in
- roesten in
o.v.t.
- roestte in
- roestte in
- roestte in
- roestten in
- roestten in
- roestten in
v.t.t.
- heb ingeroest
- hebt ingeroest
- heeft ingeroest
- hebben ingeroest
- hebben ingeroest
- hebben ingeroest
v.v.t.
- had ingeroest
- had ingeroest
- had ingeroest
- hadden ingeroest
- hadden ingeroest
- hadden ingeroest
o.t.t.t.
- zal inroesten
- zult inroesten
- zal inroesten
- zullen inroesten
- zullen inroesten
- zullen inroesten
o.v.t.t.
- zou inroesten
- zou inroesten
- zou inroesten
- zouden inroesten
- zouden inroesten
- zouden inroesten
en verder
- is ingeroest
diversen
- roest in!
- roest in!
- ingeroest
- inroestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inroesten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
rust | ijzeroxide; roest | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
roost | door roest ingevreten worden; inroesten; roesten; verroesten | vastroesten |
rust | door roest ingevreten worden; inroesten; roesten; verroesten | vastroesten |