Translate kader from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

kader:
- frame; rim; cornice; framing; moulding; panel; mounting; molding; frame work; staff; executive; executives
Wiktionary:
- kader → framework, cadre, box, stretcher
- kader → cadre, frame, coherence, context, box, level, official, pane

Dutch

Detailed Translations for kader from Dutch to English

het kader (omlijsting; raam; rand; lijst)
the frame; the rim; the framing; the panel; the mounting
- frame [the ~] noun
- rim [the ~] noun
- framing [the ~] noun
- panel [the ~] noun
- mounting [the ~] noun
the cornice
– a molding at the corner between the ceiling and the top of a wall ¹
- cornice [the ~] noun
the moulding; the molding
– a decorative strip used for ornamentation or finishing ¹
- moulding [the ~] noun, British
  - The moulding gave the wardrobe a classic look.²
- molding [the ~] noun, American
  - The molding gave the dresser a classic look.²
het kader (omranding; lijst; rand)
the frame work
- frame work [the ~] noun
het kader (leidinggevend personeel; staf)
the staff; the executive; the executives
- staff [the ~] noun
- executive [the ~] noun
- executives [the ~] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
cornice	kader; lijst; omlijsting; raam; rand	kroonlijst
executive	kader; leidinggevend personeel; staf	hoofdbestuur; leidinggevend personeel
executives	kader; leidinggevend personeel; staf	hoofdbesturen
frame	kader; lijst; omlijsting; raam; rand	brilmontuur; casco; constitutie; dakspant; frame; geraamte; gestel; karkas; montuur; raamwerk; skelet; spant; vliegtuigromp
frame work	kader; lijst; omranding; rand
framing	kader; lijst; omlijsting; raam; rand
molding	kader; lijst; omlijsting; raam; rand	plint
moulding	kader; lijst; omlijsting; raam; rand	plint
mounting	kader; lijst; omlijsting; raam; rand	filmmontage; montage; montering; scheepsaffuit; zetsels; zetten; zetwerk
panel	kader; lijst; omlijsting; raam; rand	forum; paneel; panel; partij; ploeg; team
rim	kader; lijst; omlijsting; raam; rand	galon; omzoming; randje; tres; velg
staff	kader; leidinggevend personeel; staf	bediening; besturing; employees; personeel; werknemers
Verb	Related Translations	Other Translations
frame		inlijsten; inramen; omkaderen; omlijsten
panel		lambriseren
staff		bemannen
Adjective	Related Translations	Other Translations
executive		doend; leidend; leidinggevend; uitvoerend
Modifier	Related Translations	Other Translations
mounting		klimmend; omhooggaand; oplopend; oprijzend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend

lijn om een stuk tekst heen³
- er staat een zwart kader om het artikel³
mensen in organisatie die de leiding hebben³
- het kader van dit bedrijf is goed opgeleid³

kader

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• kader	→ cadre	↔ Kader — Gesamtheit der Angehörigen einer etablierten (politischen) Elite; Gesamtheit der leitenden Funktionäre einer Partei- oder Massenorganisation, der leitenden Angestellten eines Unternehmens usw.
• kader	→ frame	↔ Rahmen — stabilisierendes Gerüst, zum Beispiel eines Fahrzeugs oder Gerätes
• kader	→ coherence; context	↔ Zusammenhang — wechselseitige Beziehung, Verbindung zwischen Teilen, bei der eine Veränderung des einen Teils durch eine Veränderung auf dem anderen Teil begleitet wird. Diese Teile können materielle Gegenstand, physische Prozesse, gedankliche Gegenstände sowie deren Eigenschaften sein.
• kader	→ frame; box; level; official; pane	↔ cadre — Traductions à trier suivant le sens

External Machine Translations: