Dutch
Detailed Translations for kaftten from Dutch to English
kaftten form of kaften:
Conjugations for kaften:
o.t.t.
- kaft
- kaft
- kaft
- kaften
- kaften
- kaften
o.v.t.
- kaftte
- kaftte
- kaftte
- kaftten
- kaftten
- kaftten
v.t.t.
- heb gekaft
- hebt gekaft
- heeft gekaft
- hebben gekaft
- hebben gekaft
- hebben gekaft
v.v.t.
- had gekaft
- had gekaft
- had gekaft
- hadden gekaft
- hadden gekaft
- hadden gekaft
o.t.t.t.
- zal kaften
- zult kaften
- zal kaften
- zullen kaften
- zullen kaften
- zullen kaften
o.v.t.t.
- zou kaften
- zou kaften
- zou kaften
- zouden kaften
- zouden kaften
- zouden kaften
en verder
- is gekaft
diversen
- kaft!
- kaft!
- gekaft
- kaftend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de kaften (boekomslagen; omslagen)