Summary
Dutch to English: more detail...
- kinderlijkheid:
- kinderlijk:
-
Wiktionary:
- kinderlijk → infantile
Dutch
Detailed Translations for kinderlijkheid from Dutch to English
kinderlijkheid:
-
de kinderlijkheid (onnozelheid; naïviteit; simpelheid; naïveteit)
Translation Matrix for kinderlijkheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
foolishness | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | dwaasheid; gekheid; gekkenwerk; gekkigheid; gekte; idioterie; malligheid; zotheid |
inanity | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | idiotisme; waanzinnigheid |
naïvete | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | |
silliness | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | gein; jolijt; keet; leut; lol; malheid; plezier; pret |
Related Words for "kinderlijkheid":
kinderlijk:
-
kinderlijk (infantiel; kinderachtig)
Translation Matrix for kinderlijk:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
childish | infantiel; kinderachtig; kinderlijk | jongensachtig; kinds |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
as a child | infantiel; kinderachtig; kinderlijk | als een kind |
child-like | infantiel; kinderachtig; kinderlijk | jongensachtig |
Related Words for "kinderlijk":
Wiktionary Translations for kinderlijk:
kinderlijk
adjective
-
childish; immature