Dutch
Detailed Translations for kisten from Dutch to English
kisten:
-
kisten
Conjugations for kisten:
o.t.t.
- kist
- kist
- kist
- kisten
- kisten
- kisten
o.v.t.
- kistte
- kistte
- kistte
- kistten
- kistten
- kistten
v.t.t.
- heb gekist
- hebt gekist
- heeft gekist
- hebben gekist
- hebben gekist
- hebben gekist
v.v.t.
- had gekist
- had gekist
- had gekist
- hadden gekist
- hadden gekist
- hadden gekist
o.t.t.t.
- zal kisten
- zult kisten
- zal kisten
- zullen kisten
- zullen kisten
- zullen kisten
o.v.t.t.
- zou kisten
- zou kisten
- zou kisten
- zouden kisten
- zouden kisten
- zouden kisten
en verder
- is gekist
diversen
- kist!
- kist!
- gekist
- kistend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kisten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
lay in the casket | kisten | |
lay in the coffin | kisten |
External Machine Translations: