Dutch

Detailed Translations for klasses from Dutch to English

klasse:

klasse [de ~ (v)] noun

  1. de klasse (onderverdeling; aard)
    the category; the class; the type; the genre
  2. de klasse (categorie; classificatie)
    the category; the classification; the class
    the group
    – a set that is closed, associative, has an identity element and every element has an inverse 1
  3. de klasse (maatschappelijke klasse; stand; rang; orde; slag)
    the position; the social class; the class; the social position; the social group
  4. de klasse (objectklasse)
    the class; the object class
    – A category of objects that share a common set of characteristics. 2
  5. de klasse
    the grade
    – A rank or category assigned to a material resource that denotes functional use but not level of quality. A low-grade resource is not necessarily a low-quality resource. 2
  6. de klasse
    the class
    – A named descriptor for a set of objects that share the same attributes, operations, methods, relationships, and behaviors. 2

klasse adj

  1. klasse (eersteklas)

Translation Matrix for klasse:

NounRelated TranslationsOther Translations
category aard; categorie; classificatie; klasse; onderverdeling categorie; genre; kleurcategorie; slag; soort; type
class aard; categorie; classificatie; klasse; maatschappelijke klasse; objectklasse; onderverdeling; orde; rang; slag; stand college; collegium; genre; jaar; klas; les; lesuur; schooljaar; schoolklas; slag; sociale groep; soort; type
classification categorie; classificatie; klasse arrangement; classificatie; indeling; karakterisering; klassement; klassenindeling; klassenverdeling; klassering; opstelling; ordening; rangschikken; rangschikking; schikking; typering
genre aard; klasse; onderverdeling genre; slag; soort; type
grade klasse beoordelingscijfer; cijfer; graad; klas; punt; schoolcijfer; schooljaar; wetenschappelijke graad
group categorie; classificatie; klasse aantal personen bijeen; distributiegroep; distributielijst; drom; gezelschap; groep; groep contactpersonen; groep mensen; massa; menigte; mensenmassa; oploopje; partij; ploeg; samenkomst; team; toeloop; troep
object class klasse; objectklasse
position klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand ambt; arrangement; baan; betrekking; bewering; dienstbetrekking; functie; gesteldheid; gezichtshoek; gezichtspunt; houding; indeling; invalshoek; job; ligging; oogpunt; opstelling; ordening; perspectief; positie; rangschikking; schikking; staat; stand van het lichaam; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; toestand; zienswijs
social class klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand maatschappelijke klasse
social group klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand sociale groep
social position klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
type aard; klasse; onderverdeling gast; genre; gozer; karakter; kerel; knakker; knul; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; man; slag; soort; type; vent
VerbRelated TranslationsOther Translations
class classificeren; rangschikken; rubriceren
group arrangeren; classificeren; groep; groeperen; indelen; ordenen; rangeren; rangschikken; schiften; sorteren; systematiseren; uitzoeken
position plaatsen; positioneren; zetten
type machineschrijven; tikken; typen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
-class eersteklas; klasse
class frontaal; klassikaal

Related Words for "klasse":

  • klasses

Wiktionary Translations for klasse:

klasse
noun
  1. social grouping, based on job, wealth, etc.
  2. archaic: social position

Cross Translation:
FromToVia
klasse class; form classe — groupe
klasse genus; mankind; kind; type; sort; way; style; genre; gender genreensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs.