Dutch
Detailed Translations for kokker from Dutch to English
kokker:
Translation Matrix for kokker:
Noun | Related Translations | Other Translations |
colossus | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | bakbeest; gevaarte; gigant; joekel; kolos; reus; titaan |
monster | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | bakbeest; gedrocht; gevaarte; kolos; misbaksel; monster; mormel; ondier; wangedrocht; wanschepsel |
whopper | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | bonk; bonkend geluid; groot exemplaar; hengst; joekel; klap; knoert; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot |