Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. koppig zijn:


Dutch

Detailed Translations for koppig zijn from Dutch to English

koppig zijn:

koppig zijn verb (ben koppig, bent koppig, is koppig, was koppig, waren koppig, koppig geweest)

  1. koppig zijn
    to be stubborn; to be dogged; to be headstrong; to be heady; to be obstinate

Conjugations for koppig zijn:

o.t.t.
  1. ben koppig
  2. bent koppig
  3. is koppig
  4. zijn koppig
  5. zijn koppig
  6. zijn koppig
o.v.t.
  1. was koppig
  2. was koppig
  3. was koppig
  4. waren koppig
  5. waren koppig
  6. waren koppig
v.t.t.
  1. ben koppig geweest
  2. bent koppig geweest
  3. is koppig geweest
  4. zijn koppig geweest
  5. zijn koppig geweest
  6. zijn koppig geweest
v.v.t.
  1. was koppig geweest
  2. was koppig geweest
  3. was koppig geweest
  4. waren koppig geweest
  5. waren koppig geweest
  6. waren koppig geweest
o.t.t.t.
  1. zal koppig zijn
  2. zult koppig zijn
  3. zal koppig zijn
  4. zullen koppig zijn
  5. zullen koppig zijn
  6. zullen koppig zijn
o.v.t.t.
  1. zou koppig zijn
  2. zou koppig zijn
  3. zou koppig zijn
  4. zouden koppig zijn
  5. zouden koppig zijn
  6. zouden koppig zijn
diversen
  1. ben koppig!
  2. weest koppig!
  3. koppig geweest
  4. koppig zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for koppig zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
be dogged koppig zijn
be headstrong koppig zijn
be heady koppig zijn
be obstinate koppig zijn
be stubborn koppig zijn obstinaat zijn

Related Translations for koppig zijn