Dutch

Detailed Translations for koppigheid from Dutch to English

koppigheid:


Translation Matrix for koppigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
stubbornness halsstarrigheid; hardhoofdigheid; hardnekkigheid; koppigheid; stijfhoofdigheid; stijfkoppigheid; weerbarstigheid; weerspannigheid onbuigzaamheid; onverzettelijkheid

Related Words for "koppigheid":


koppig:


Translation Matrix for koppig:

NounRelated TranslationsOther Translations
cross-grained dwarsdrijver; dwarskop; dwarsligger
recalcitrant weigeraar
tough woesteling
VerbRelated TranslationsOther Translations
tedious etteren; vervelend doen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
awkward bokkig; koppig benard; benauwd; ernstig; gebrekkig; gênant; hachelijk; hinderlijk; knullig; kritiek; lastig; lastige; moeilijk; naar; niet makkelijk; onaangenaam; onbeholpen; ongelegen; ongemakkelijk; onhandig; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; opgelaten; penibel; pijnlijk; schutterig; slungelig; storend; stumperig; stuntelig; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
boring bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; geestdodend; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; rot; saai; saaie; slaapverwekkend; stom; stomvervelend; suf; taai; vervelend; zonder afleiding
cross-grained bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt
dull bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig achterlijk; afgestompt; afgezaagd; afstompend; beslagen; bleekrood; bot; breinloos; daas; dof; dom; duf; eentonig; ellendig; flets; geestdodend; geesteloos; glansloos; grauw; hersenloos; idioot; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; mat; melig; mistroostig; monotoon; niet helder; niet uitbundig; onbenullig; ongeanimeerd; onnozel; onscherp; onverstandig; rot; saai; saaie; slaapverwekkend; smakeloos; soezerig; somber; stijlloos; stom; stompzinnig; stupide; suf; taai; triest; troosteloos; vaalrood; verstandeloos; versuft; vervelend; vreugdeloos; zonder afleiding; zouteloos
grumpy bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aangebrand; brommerig; brommmerig; chagrijnig; gemelijk; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; mopperig; nors; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig
headstrong bokkig; dwars; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; weerbarstig; weerspannig eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; hardleers; obstinaat
heady bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig
leathery bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig lederachtig; leerachtig
mindless bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig daas; dof; dom; geesteloos; langdradig; mat; nutteloos; onverstandig; onzinnig; saai; soezerig; stom; suf; taai; versuft; zinloos; zonder afleiding
obstinate bokkig; dwars; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; rebellerend; stijfkoppig; stug; taai
persevering bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aanhoudend; hardnekkig; voortdurend
persistent bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; hardnekkig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; steeds; telkens; uithoudend; vasthoudend; verdragend; volhardend; voortdurend
pigheaded koppig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig
rebellious bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig baanbrekend; oproerig; opstandig; rebels; recalcitrant; revolutionair; stijfhoofdig
recalcitrant bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig haatdragend; onbuigzaam; onverzettelijk; opstandig; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; verbeten
refractory bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig
stern bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aangebrand; gestreng; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt; niet toegevend; onbuigzaam; onverzettelijk; star; stijfkoppig; strak; streng; stug; taai; verstard
stiff-necked halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; weerbarstig
stubborn bokkig; dwars; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; weerbarstig; weerspannig eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; onbuigzaam; onverzettelijk; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai
stupefied bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig daas; dof; geesteloos; mat; met de mond vol tanden; met open mond; soezerig; sprakeloos; suf; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verdoofd; verstomd; versuft; verwonderd
sullen bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aangebrand; chagrijnig; gemelijk; gevoelig; grimmig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; nors; nurks; stuurs; verbeten; wrevelig
surly bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aangebrand; bokkig; chagrijnig; gemelijk; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; nors; nurks; stuurs; wrevelig
tacky bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig rubberachtig
tedious bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig afgezaagd; breedsprakig; breedvoerig; eentonig; langdradig; monotoon; omslachtig; omstandig; saai; slaapverwekkend; suf; taai; uitgebreid; uitvoerig; vervelend; wijdlopig; zonder afleiding
tenacious bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig volhoudend
tough bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig bezwaarlijk; doortastend; drastisch; ferm; flink; krachtdadig; krachtig; lastig; met bezwaren; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; pezig; sterk; stijfjes; stoer; zenig; zwaar
unrelenting bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar
unyielding bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig onbuigzaam; ontoegefelijk; onverbiddelijk; onvermurwbaar
viscous bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig rubberachtig; stroopachtig; stroperig; taai-vloeibaar; viskeus
wilful halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig obstinaat
willful halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig obstinaat
ModifierRelated TranslationsOther Translations
against the grain bokkig; koppig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
pig-headed bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; hardleers

Related Words for "koppig":


Antonyms for "koppig":


Related Definitions for "koppig":

  1. sterk1
    • een koppige wijn1
  2. wie vasthoudt aan wat hij gezegd heeft1
    • koppig hield hij vol dat de som goed was1

Wiktionary Translations for koppig:

koppig
adjective
  1. vasthoudend aan eigen wil of inzicht
koppig
adjective
  1. adhering to an opinion, purpose, or course, usually unreasonably
  2. Stubbornly persistent, generally in wrongdoing; refusing to reform or repent
  3. stubborn
  4. refusing to move or change one's opinion

Cross Translation:
FromToVia
koppig stubborn; obstinate stur — durch Argumente kaum oder gar nicht beeinflussbar
koppig stubborn; obstinate; obdurate; dogged; headstrong; wilful obstiné — Qui s’obstiner ; qui entêter ou acharner.
koppig tenacious tenace — Qui est adhérent, qui tenir fortement à quelque chose.

External Machine Translations: