Dutch
Detailed Translations for kwijnend from Dutch to English
kwijnend:
-
kwijnend (armetierig)
Translation Matrix for kwijnend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
lingering | geaarzel; getalm; getreuzel | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
sickly | armetierig; kwijnend | misselijk; naar; ongezond; onpasselijk; onwel; ziekjes |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
languishing | armetierig; kwijnend | |
lingering | armetierig; kwijnend | aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; lijzig; log; loom; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend |
kwijnend form of kwijnen:
-
kwijnen (verkwijnen; wegkwijnen)
-
kwijnen (smachten; kwijnend verlangen; snakken)
Conjugations for kwijnen:
o.t.t.
- kwijn
- kwijnt
- kwijnt
- kwijnen
- kwijnen
- kwijnen
o.v.t.
- kwijnde
- kwijnde
- kwijnde
- kwijnden
- kwijnden
- kwijnden
v.t.t.
- ben gekwijnd
- bent gekwijnd
- is gekwijnd
- zijn gekwijnd
- zijn gekwijnd
- zijn gekwijnd
v.v.t.
- was gekwijnd
- was gekwijnd
- was gekwijnd
- waren gekwijnd
- waren gekwijnd
- waren gekwijnd
o.t.t.t.
- zal kwijnen
- zult kwijnen
- zal kwijnen
- zullen kwijnen
- zullen kwijnen
- zullen kwijnen
o.v.t.t.
- zou kwijnen
- zou kwijnen
- zou kwijnen
- zouden kwijnen
- zouden kwijnen
- zouden kwijnen
diversen
- kwijn!
- kwijnt!
- gekwijnd
- kwijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze