Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. lesboek:


Dutch

Detailed Translations for lesboek from Dutch to English

lesboek:

lesboek [het ~] noun

  1. het lesboek (schoolboek; studieboek; leerboek)
    the textbook; the lesson book; the manual

Translation Matrix for lesboek:

NounRelated TranslationsOther Translations
lesson book leerboek; lesboek; schoolboek; studieboek
manual leerboek; lesboek; schoolboek; studieboek aanwijzingen; beknopte handleiding; gebruiksaanwijzing; gids; handboek; handleiding; handwijzer; instructies; leidraad; uitleg; vademecum; wegwijzer
textbook leerboek; lesboek; schoolboek; studieboek
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
manual handmatig; manuaal; met de hand

Related Words for "lesboek":

  • lesboeken