Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. levenslot:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for levenslot from Dutch to English

levenslot:

levenslot [het ~] noun

  1. het levenslot
    the fate; the destiny; the lot

Translation Matrix for levenslot:

NounRelated TranslationsOther Translations
destiny levenslot bestemming; geadresseerde; lot; lotsbestemming; noodlot; ongelukkig lot
fate levenslot lot; lotsbestemming; noodlot; ongelukkig lot
lot levenslot aardig wat; bende; berg; borg; bouwterrein; bouwwerk; cautie; drom; garantie; gebied; gebouw; grote hoeveelheid; hoeveelheid; hoop; horde; kavel; kluit; lot; lotsbestemming; massa; menigte; noodlot; onderpand; ongelukkig lot; overvloed; pand; partij; perceel; schare; terrein; waarborg; waarborging; waarborgsom
VerbRelated TranslationsOther Translations
lot kavelen; verdelen; verkavelen

Wiktionary Translations for levenslot:


Cross Translation:
FromToVia
levenslot destiny; fate; fortune; luck destinéedestin particulier d’une personne ou d’une chose.
levenslot fortune; luck; destiny; fate; wealth fortunehasard, chance.