Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. luieren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for luierde from Dutch to English

luieren:

luieren verb (luier, luiert, luierde, luierden, geluierd)

  1. luieren (lanterfanten; lummelen; niksen; rondhangen; nietsdoen)
    to idle; lounge around; to sit around; to lounge about

Conjugations for luieren:

o.t.t.
  1. luier
  2. luiert
  3. luiert
  4. luieren
  5. luieren
  6. luieren
o.v.t.
  1. luierde
  2. luierde
  3. luierde
  4. luierden
  5. luierden
  6. luierden
v.t.t.
  1. heb geluierd
  2. hebt geluierd
  3. heeft geluierd
  4. hebben geluierd
  5. hebben geluierd
  6. hebben geluierd
v.v.t.
  1. had geluierd
  2. had geluierd
  3. had geluierd
  4. hadden geluierd
  5. hadden geluierd
  6. hadden geluierd
o.t.t.t.
  1. zal luieren
  2. zult luieren
  3. zal luieren
  4. zullen luieren
  5. zullen luieren
  6. zullen luieren
o.v.t.t.
  1. zou luieren
  2. zou luieren
  3. zou luieren
  4. zouden luieren
  5. zouden luieren
  6. zouden luieren
diversen
  1. luier!
  2. luiert!
  3. geluierd
  4. luierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for luieren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
idle lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen leeglopen; vrijlopen
lounge about lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen rondlopen; rondslenteren; rondwandelen; slungelen
lounge around lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen niksen; rondhangen; rondlummelen
sit around lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
idle apathisch; doelloos; hol; ijdel; inactief; inhoudsloos; leeg; lethargisch; loos; lui; niet-actief; niets doend; nietszeggend; ongevuld; traag; werkschuw

Related Words for "luieren":


Antonyms for "luieren":


Related Definitions for "luieren":

  1. lekker nietsdoen1
    • hij lag te luieren in de zon1

Wiktionary Translations for luieren:


Cross Translation:
FromToVia
luieren bugger all; twiddle one’s thumbs paresser — (familier, fr) Faire le paresseux, se laisser aller à la paresse.

External Machine Translations: