Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. machteloos worden:


Dutch

Detailed Translations for machteloos worden from Dutch to English

machteloos worden:

machteloos worden verb (word machteloos, wordt machteloos, werd machteloos, werden machteloos, machteloos geworden)

  1. machteloos worden
    to become powerless

Conjugations for machteloos worden:

o.t.t.
  1. word machteloos
  2. wordt machteloos
  3. wordt machteloos
  4. worden machteloos
  5. worden machteloos
  6. worden machteloos
o.v.t.
  1. werd machteloos
  2. werd machteloos
  3. werd machteloos
  4. werden machteloos
  5. werden machteloos
  6. werden machteloos
v.t.t.
  1. ben machteloos geworden
  2. bent machteloos geworden
  3. is machteloos geworden
  4. zijn machteloos geworden
  5. zijn machteloos geworden
  6. zijn machteloos geworden
v.v.t.
  1. was machteloos geworden
  2. was machteloos geworden
  3. was machteloos geworden
  4. waren machteloos geworden
  5. waren machteloos geworden
  6. waren machteloos geworden
o.t.t.t.
  1. zal machteloos worden
  2. zult machteloos worden
  3. zal machteloos worden
  4. zullen machteloos worden
  5. zullen machteloos worden
  6. zullen machteloos worden
o.v.t.t.
  1. zou machteloos worden
  2. zou machteloos worden
  3. zou machteloos worden
  4. zouden machteloos worden
  5. zouden machteloos worden
  6. zouden machteloos worden
diversen
  1. word machteloos!
  2. wordt machteloos!
  3. machteloos geworden
  4. machteloos wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for machteloos worden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
become powerless machteloos worden

Related Translations for machteloos worden