Summary
Dutch to English: more detail...
- merken:
-
Wiktionary:
- merken → recognise
- merken → realize, notice, draw, chart, design, draught, draft, mark, pencil, plot, portray, sketch, brand, earmark, flag, hallmark, label, stamp, stud, route, form, mould, mold, shape, turn, perceive, detect, note, remark, spot, descry, espy, glimpse, sight, catch sight of, spy, designate, appoint, denote, motion, show, indicate, point out, demonstrate, display, manifest, suggest, connote, choose, elect, pick out, opt, check, score, find, discern, grasp, get
Dutch
Detailed Translations for merkend from Dutch to English
merkend form of merken:
-
merken (aankruisen)
-
merken (aankruisen)
-
merken (bekrachtigen; certificeren; waarmerken; bestempelen)
-
merken (bespeuren; zien; voelen; waarnemen; gewaarworden; bemerken; ontwaren)
-
merken (waarnemen; zien; observeren; bekijken; gewaarworden; gadeslaan; horen; signaleren; voelen)
-
merken (bemerken; opmerken; waarnemen; signaleren; gewaarworden)
Conjugations for merken:
o.t.t.
- merk
- merkt
- merkt
- merken
- merken
- merken
o.v.t.
- merkte
- merkte
- merkte
- merkten
- merkten
- merkten
v.t.t.
- heb gemerkt
- hebt gemerkt
- heeft gemerkt
- hebben gemerkt
- hebben gemerkt
- hebben gemerkt
v.v.t.
- had gemerkt
- had gemerkt
- had gemerkt
- hadden gemerkt
- hadden gemerkt
- hadden gemerkt
o.t.t.t.
- zal merken
- zult merken
- zal merken
- zullen merken
- zullen merken
- zullen merken
o.v.t.t.
- zou merken
- zou merken
- zou merken
- zouden merken
- zouden merken
- zouden merken
en verder
- ben gemerkt
- bent gemerkt
- is gemerkt
- zijn gemerkt
- zijn gemerkt
- zijn gemerkt
diversen
- merk!
- merkt!
- gemerkt
- merkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for merken:
Related Words for "merken":
Synonyms for "merken":
Related Definitions for "merken":
Wiktionary Translations for merken:
merken
Cross Translation:
verb
-
iets waarnemen of herkennen
- merken → recognise
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• merken | → realize | ↔ merken — sich einer Sache bewusst werden |
• merken | → notice | ↔ merken — etwas mit den Sinnen wahrnehmen |
• merken | → draw; chart; design; draught; draft; mark; pencil; plot; portray; sketch | ↔ zeichnen — (transitiv) eine bildliche Darstellung mittels Stift, Kohle, Kreide und Ähnlichem oder mittels stiftbasierter Eingabegeräte (Touchpens), virtuellem Stift beziehungsweise Mausklick vornehmlich in Linien und Strichen von etwas oder jemandem (künstlerisch) anfertigen, welche sich letztlich |
• merken | → mark; brand; earmark; flag; hallmark; label; stamp; stud; route; form; mould; mold; shape; turn | ↔ zeichnen — (transitiv) etwas mit einem oder mehreren Zeichen versehen |
• merken | → notice; perceive; detect; note; remark; spot; descry; espy; glimpse; sight; catch sight of; spy | ↔ apercevoir — Remarquer une chose qui avait échappé d’abord. |
• merken | → designate; appoint; denote; mark; motion; show; indicate; point out; demonstrate; display; manifest; suggest; connote; choose; elect; pick out; opt | ↔ désigner — Traduction à trier |
• merken | → denote; mark; motion; check; score | ↔ marquer — Distinguer une chose d’une autre au moyen d’une marque. (Sens général). |
• merken | → find; notice; perceive; discern | ↔ percevoir — Traductions à trier suivant le sens |
• merken | → grasp; get | ↔ saisir — Discerner, comprendre. |
External Machine Translations:
- 1WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University
- 2Copyright 2001-2012 Interglot
- 3Muiswerk Woordenboek