Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. mesten:


Dutch

Detailed Translations for mestte from Dutch to English

mestte form of mesten:

mesten verb (mest, mestte, mestten, gemest)

  1. mesten (vetmesten)
    to fatten; to feed
    • fatten verb (fattens, fattened, fattening)
    • feed verb (feeds, fed, feeding)
  2. mesten (vetmesten)
  3. mesten

Conjugations for mesten:

o.t.t.
  1. mest
  2. mest
  3. mest
  4. mesten
  5. mesten
  6. mesten
o.v.t.
  1. mestte
  2. mestte
  3. mestte
  4. mestten
  5. mestten
  6. mestten
v.t.t.
  1. heb gemest
  2. hebt gemest
  3. heeft gemest
  4. hebben gemest
  5. hebben gemest
  6. hebben gemest
v.v.t.
  1. had gemest
  2. had gemest
  3. had gemest
  4. hadden gemest
  5. hadden gemest
  6. hadden gemest
o.t.t.t.
  1. zal mesten
  2. zult mesten
  3. zal mesten
  4. zullen mesten
  5. zullen mesten
  6. zullen mesten
o.v.t.t.
  1. zou mesten
  2. zou mesten
  3. zou mesten
  4. zouden mesten
  5. zouden mesten
  6. zouden mesten
en verder
  1. ben gemest
  2. bent gemest
  3. is gemest
  4. zijn gemest
  5. zijn gemest
  6. zijn gemest
diversen
  1. mest!
  2. mest!
  3. gemest
  4. mestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mesten:

NounRelated TranslationsOther Translations
feed RSS-feed; XML-feed; feed; samengevatte inhoud; webfeed
VerbRelated TranslationsOther Translations
fatten mesten; vetmesten
fatten up mesten; vetmesten
feed mesten; vetmesten doorgeven; doorspelen; doorvertellen; eten geven; rondbrieven; rondvertellen; spijzigen; te eten geven; toedragen; toevoeren; voeden; voederen; voedsel geven; voeren
feed up mesten; vetmesten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
fattening mesten

Related Words for "mesten":


External Machine Translations: