Noun | Related Translations | Other Translations |
cover
|
|
afdekkap; beddedeken; beddekleedje; bedekking; bescherming; boekomslag; buitenkant; couvert; dak; dek; deken; dekking; dekmantel; deksel; enveloppe; etui; hoes; huls; kaft; kap; koepel; koker; l.p.hoes; lid; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; overdekking; overkapping; overtrek; pennendoosje; pennenkoker; platenhoes; protectie; verpakking; wikkel
|
go
|
|
beurt; rondje; spelletje
|
travel
|
|
reis
|
traverse
|
|
dwarsbalk
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
cover
|
afleggen; meters maken
|
afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschrijven; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; dekken; hullen; indekken; inhullen; insluiten; kaften; maskeren; mededelen; omhullen; overdekken; overkappen; overkoepelen; overtrekken; overwelven; stofferen; toevoegen; uiteenzetten; van bekleding voorzien; verhalen; verhullen; versluieren; vertellen; zeggen
|
do
|
afleggen; meters maken
|
arbeiden; doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten; werken
|
go
|
afleggen; meters maken
|
gaan; heengaan; lopen; opbreken; opstappen; stappen; vertrekken; weggaan; zich begeven; zich voortbewegen
|
travel
|
afleggen; meters maken
|
afreizen; heengaan; reizen; rondreizen; trekken; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken; zwerven
|
traverse
|
afleggen; meters maken
|
dwars oversteken; oversteken
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
go
|
|
heen; ksst; vort; weg
|