Dutch
Detailed Translations for moe maken from Dutch to English
moe maken:
Conjugations for moe maken:
o.t.t.
- maak moe
- maakt moe
- maakt moe
- maken moe
- maken moe
- maken moe
o.v.t.
- maakte moe
- maakte moe
- maakte moe
- maakten moe
- maakten moe
- maakten moe
v.t.t.
- heb moe gemaakt
- hebt moe gemaakt
- heeft moe gemaakt
- hebben moe gemaakt
- hebben moe gemaakt
- hebben moe gemaakt
v.v.t.
- had moe gemaakt
- had moe gemaakt
- had moe gemaakt
- hadden moe gemaakt
- hadden moe gemaakt
- hadden moe gemaakt
o.t.t.t.
- zal moe maken
- zult moe maken
- zal moe maken
- zullen moe maken
- zullen moe maken
- zullen moe maken
o.v.t.t.
- zou moe maken
- zou moe maken
- zou moe maken
- zouden moe maken
- zouden moe maken
- zouden moe maken
diversen
- maak moe!
- maakt moe!
- moe gemaakt
- moemakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for moe maken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fatigue | afmatting; moeheid; uitputting; vermoeidheid | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
fatigue | afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien | vermoeid raken |
tire out | afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien | wegslijten |
wear out | afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien | afbreken; afdragen; afslijten; afslijten door erop te zitten; aftrappen; afzitten; ruineren; slijten; slopen; vernielen; vernietigen; verslijten; verteren; verwoesten; wegslijten |