Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. nagenoeg:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nagenoeg from Dutch to English

nagenoeg:

nagenoeg adv

  1. nagenoeg (bijna; schier; welhaast; haast)

Translation Matrix for nagenoeg:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- praktisch
AdverbRelated TranslationsOther Translations
almost bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast bijkans; bijna geheel; vrijwel
forthwith bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; direct; terstond
nearly bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast bijkans; bijna geheel; vrijwel
well-nigh bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast
- bijna; haast; vrijwel

Synonyms for "nagenoeg":


Related Definitions for "nagenoeg":

  1. nog net niet helemaal1
    • dat jasje is nagenoeg nieuw1

Wiktionary Translations for nagenoeg:

nagenoeg
adverb
  1. voor het overgrote deel
nagenoeg
adverb
  1. very close to