Dutch
Detailed Translations for nijp from Dutch to English
nijpen:
-
nijpen
Conjugations for nijpen:
o.t.t.
- nijp
- nijpt
- nijpt
- nijpen
- nijpen
- nijpen
o.v.t.
- neep
- neep
- neep
- nepen
- nepen
- nepen
v.t.t.
- heb genepen
- hebt genepen
- heeft genepen
- hebben genepen
- hebben genepen
- hebben genepen
v.v.t.
- had genepen
- had genepen
- had genepen
- hadden genepen
- hadden genepen
- hadden genepen
o.t.t.t.
- zal nijpen
- zult nijpen
- zal nijpen
- zullen nijpen
- zullen nijpen
- zullen nijpen
o.v.t.t.
- zou nijpen
- zou nijpen
- zou nijpen
- zouden nijpen
- zouden nijpen
- zouden nijpen
en verder
- ben genepen
- bent genepen
- is genepen
- zijn genepen
- zijn genepen
- zijn genepen
diversen
- nijp!
- nijpt!
- genepen
- nijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for nijpen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
go short | nijpen | beknibbelen; gebrek hebben; knibbelen; knijpen; schrapen |
External Machine Translations: