Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. notabel:


Dutch

Detailed Translations for notabel from Dutch to English

notabel:

notabel [znw.] noun

  1. notabel
    the notable

Translation Matrix for notabel:

NounRelated TranslationsOther Translations
notable notabel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
notable aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; noemenswaardig; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend; vermeldenswaard; vermeldenswaardig

Related Words for "notabel":