Dutch
Detailed Translations for nuchter from Dutch to English
nuchter:
-
nuchter (niet beschonken)
-
nuchter (zakelijk; koel)
Translation Matrix for nuchter:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cool | afkoeling; afstandelijkheid; beheersing; controle; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; verkoeling; zelfbeheersing | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cool | afkoelen; bekoelen; koel worden; koelen; verkillen; verkoelen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
businesslike | koel; nuchter; zakelijk | |
cool | koel; nuchter; zakelijk | afstandelijk; bedaard; flegmatisch; fris; frisjes; gaaf; gelijkmoedig; kalm; koel; koud; luchtig; mieters; onderkoeld; rustig; schitterend; stressbestendig; tof |
sober | niet beschonken; nuchter | dunnetjes; eenvoudig; ingetogen; magertjes; matig; schraal; schraaltjes; sober; sobertjes; stemmig |