Noun | Related Translations | Other Translations |
cool
|
|
afkoeling; afstandelijkheid; beheersing; controle; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; verkoeling; zelfbeheersing
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
cool
|
|
afkoelen; bekoelen; koel worden; koelen; verkillen; verkoelen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
businesslike
|
koel; nuchter; zakelijk
|
|
cool
|
koel; nuchter; zakelijk
|
afstandelijk; bedaard; flegmatisch; fris; frisjes; gaaf; gelijkmoedig; kalm; koel; koud; luchtig; mieters; onderkoeld; rustig; schitterend; stressbestendig; tof
|
sober
|
niet beschonken; nuchter
|
dunnetjes; eenvoudig; ingetogen; magertjes; matig; schraal; schraaltjes; sober; sobertjes; stemmig
|