Dutch
Detailed Translations for omgespen from Dutch to English
omgespen:
-
omgespen
Conjugations for omgespen:
o.t.t.
- gesp om
- gespt om
- gespt om
- gespen om
- gespen om
- gespen om
o.v.t.
- gespte om
- gespte om
- gespte om
- gespten om
- gespten om
- gespten om
v.t.t.
- heb omgegespt
- hebt omgegespt
- heeft omgegespt
- hebben omgegespt
- hebben omgegespt
- hebben omgegespt
v.v.t.
- had omgegespt
- had omgegespt
- had omgegespt
- hadden omgegespt
- hadden omgegespt
- hadden omgegespt
o.t.t.t.
- zal omgespen
- zult omgespen
- zal omgespen
- zullen omgespen
- zullen omgespen
- zullen omgespen
o.v.t.t.
- zou omgespen
- zou omgespen
- zou omgespen
- zouden omgespen
- zouden omgespen
- zouden omgespen
diversen
- gesp om!
- gespt om!
- omgegespt
- omgespend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omgespen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
buckle on | dichtgespen; dichtsnoeren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
buckle on | omgespen |