Dutch
Detailed Translations for omhooggooien from Dutch to English
omhooggooien:
Conjugations for omhooggooien:
o.t.t.
- gooi omhoog
- gooit omhoog
- gooit omhoog
- gooien omhoog
- gooien omhoog
- gooien omhoog
o.v.t.
- gooide omhoog
- gooide omhoog
- gooide omhoog
- gooiden omhoog
- gooiden omhoog
- gooiden omhoog
v.t.t.
- heb omhooggegooid
- hebt omhooggegooid
- heeft omhooggegooid
- hebben omhooggegooid
- hebben omhooggegooid
- hebben omhooggegooid
v.v.t.
- had omhooggegooid
- had omhooggegooid
- had omhooggegooid
- hadden omhooggegooid
- hadden omhooggegooid
- hadden omhooggegooid
o.t.t.t.
- zal omhooggooien
- zult omhooggooien
- zal omhooggooien
- zullen omhooggooien
- zullen omhooggooien
- zullen omhooggooien
o.v.t.t.
- zou omhooggooien
- zou omhooggooien
- zou omhooggooien
- zouden omhooggooien
- zouden omhooggooien
- zouden omhooggooien
en verder
- ben omhooggegooid
- bent omhooggegooid
- is omhooggegooid
- zijn omhooggegooid
- zijn omhooggegooid
- zijn omhooggegooid
diversen
- gooi omhoog!
- gooit omhoog!
- omhooggegooid
- omhooggooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omhooggooien:
Verb | Related Translations | Other Translations |
throw upward | omhooggooien; opgooien; opwerpen | |
toss in the air | omhooggooien; opgooien; opwerpen | aankaarten; aansnijden; aanvoeren; entameren; jonassen; op tafel leggen; opperen; opwerpen; te berde brengen; ter sprake brengen |
toss up | omhooggooien; opgooien; opwerpen | aankaarten; aansnijden; aanvoeren; entameren; op tafel leggen; opperen; opwerpen; te berde brengen; ter sprake brengen |