Dutch
Detailed Translations for omvallen from Dutch to English
omvallen:
-
omvallen (omvervallen; omrollen)
Conjugations for omvallen:
o.t.t.
- val om
- valt om
- valt om
- vallen om
- vallen om
- vallen om
o.v.t.
- viel om
- viel om
- viel om
- vielen om
- vielen om
- vielen om
v.t.t.
- ben omgevallen
- bent omgevallen
- is omgevallen
- zijn omgevallen
- zijn omgevallen
- zijn omgevallen
v.v.t.
- was omgevallen
- was omgevallen
- was omgevallen
- waren omgevallen
- waren omgevallen
- waren omgevallen
o.t.t.t.
- zal omvallen
- zult omvallen
- zal omvallen
- zullen omvallen
- zullen omvallen
- zullen omvallen
o.v.t.t.
- zou omvallen
- zou omvallen
- zou omvallen
- zouden omvallen
- zouden omvallen
- zouden omvallen
diversen
- val om!
- valt om!
- omgevallen
- omvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omvallen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
fall over | omrollen; omvallen; omvervallen | onderuitgaan; slippen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegschieten |