Dutch
Detailed Translations for onbedaarlijk from Dutch to English
onbedaarlijk:
-
onbedaarlijk (onbedwingbaar; onstuimig; uitzinnig)
delirious; frenzied; uncontrolable; irrepressible; unmanageable; uncontrolled; onrestrained; ungovernable-
delirious adj
-
frenzied adj
-
uncontrolable adj
-
irrepressible adj
-
unmanageable adj
-
uncontrolled adj
-
onrestrained adj
-
ungovernable adj
-
Translation Matrix for onbedaarlijk:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
delirious | onbedaarlijk; onbedwingbaar; onstuimig; uitzinnig | |
frenzied | onbedaarlijk; onbedwingbaar; onstuimig; uitzinnig | koortsig; verhit |
irrepressible | onbedaarlijk; onbedwingbaar; onstuimig; uitzinnig | onbedwingbaar; ontembaar |
uncontrolled | onbedaarlijk; onbedwingbaar; onstuimig; uitzinnig | heftig; onbeheerst; ongetoomd; onstuimig; teugelloos |
ungovernable | onbedaarlijk; onbedwingbaar; onstuimig; uitzinnig | bandeloos; losbandig; onbestuurbaar; ongebonden; ongebreideld; vrij |
unmanageable | onbedaarlijk; onbedwingbaar; onstuimig; uitzinnig | bandeloos; losbandig; moeilijk te hanteren; onbestuurbaar; ongebonden; ongebreideld; onhandelbaar; onhanteerbaar; vrij |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
onrestrained | onbedaarlijk; onbedwingbaar; onstuimig; uitzinnig | |
uncontrolable | onbedaarlijk; onbedwingbaar; onstuimig; uitzinnig |