Dutch
Detailed Translations for ongevoelig maken from Dutch to English
ongevoelig maken:
ongevoelig maken verb (maak ongevoelig, maakt ongevoelig, maakte ongevoelig, maakten ongevoelig, ongevoelig gemaakt)
-
ongevoelig maken
Conjugations for ongevoelig maken:
o.t.t.
- maak ongevoelig
- maakt ongevoelig
- maakt ongevoelig
- maken ongevoelig
- maken ongevoelig
- maken ongevoelig
o.v.t.
- maakte ongevoelig
- maakte ongevoelig
- maakte ongevoelig
- maakten ongevoelig
- maakten ongevoelig
- maakten ongevoelig
v.t.t.
- heb ongevoelig gemaakt
- hebt ongevoelig gemaakt
- heeft ongevoelig gemaakt
- hebben ongevoelig gemaakt
- hebben ongevoelig gemaakt
- hebben ongevoelig gemaakt
v.v.t.
- had ongevoelig gemaakt
- had ongevoelig gemaakt
- had ongevoelig gemaakt
- hadden ongevoelig gemaakt
- hadden ongevoelig gemaakt
- hadden ongevoelig gemaakt
o.t.t.t.
- zal ongevoelig maken
- zult ongevoelig maken
- zal ongevoelig maken
- zullen ongevoelig maken
- zullen ongevoelig maken
- zullen ongevoelig maken
o.v.t.t.
- zou ongevoelig maken
- zou ongevoelig maken
- zou ongevoelig maken
- zouden ongevoelig maken
- zouden ongevoelig maken
- zouden ongevoelig maken
diversen
- maak ongevoelig!
- maakt ongevoelig!
- ongevoelig gemaakt
- ongevoelig makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ongevoelig maken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
deaden | ongevoelig maken | |
desensitise | ongevoelig maken | |
desensitize | ongevoelig maken | |
insensible to | ongevoelig maken |