Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ongezellig:


Dutch

Detailed Translations for ongezellig from Dutch to English

ongezellig:

ongezellig adj

  1. ongezellig (onbehaaglijk)

Translation Matrix for ongezellig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
cheerless onbehaaglijk; ongezellig grauw; mistroostig; naargeestig; sfeerloos; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos; zonder sfeer; zwaarmoedig
uninviting onbehaaglijk; ongezellig

Related Words for "ongezellig":