Noun | Related Translations | Other Translations |
cut
|
ontering; verlaging
|
bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; coupure; inkeping; inkerving; inkrimping; insnijding; jaap; keep; kerf; korting; kostenbesparing; prijsverlaging; prijsvermindering; reductie; snede; snee; sneetje; snijwond; snijwondje; snit; snoeiing; verkorting
|
degradation
|
ontering; verlaging
|
degradatie; terugzetting; verlaging; vernedering
|
disgracement
|
ontering; verlaging
|
|
dishonering
|
ontering; verlaging
|
|
salary cut
|
ontering; verlaging
|
bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; kostenbesparing; salarisvermindering; verkorting
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
cut
|
|
aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; coifferen; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doorknippen; doormidden hakken; een knippend geluid maken; entameren; houtsnijden; in hout schrijven; in tweeën houwen; kappen; kerven; klieven; kloven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snerpen; snijden; snijwerk maken; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
cut
|
|
gekuist; gesneden; zedig gemaakt
|